Over het 19e en 20ste Arrondissement

Het oosten van Parijs behoort niet tot het meest toeristische gebied. Van oorsprong zijn het volkse wijken met weinig toeristische hoogtepunten. De grootste aantrekkingskracht was lange tijd de Cimetière du Père Lachaise, waar men zich kan vergapen aan grafstenen van talloze beroemde Parijzenaars zoals Haussmann, Colette, Chopin en enkele buitenlanders zoals Oscar Wilde en Jim Morrisson.

Toch krijgt de rest van deze twee arrondissementen langzamerhand ook meer aandacht. De oude vleeshallen van La Villette zijn bijvoorbeeld omgebouwd tot een modern cultureel centrum met 3D-biosocoop, een wetenschappelijk museum en de Cité de la Musique met concertzaal en muziekmuseum. Ook het Canal St Martin lijkt een soort ‘gentrification’ te ondergaan met allerlei leuke cafés en restaurants. Wie het 19e dieper intrekt moet zeker Belleville niet overslaan, een exotische mengelmoes van Chinese en Caribische winkels en restaurants.

Tussen het Canal St Martin en Belleville ligt vervolgens de groene oase Parc des Buttes Chaumont. Zoals alle parken in Parijs is Chaumont prachtig onderhouden en qua aanleg doet het park denken aan Parc Montsouris in het 14e. Het epicentrum van het park is het eiland met een waterval en een recreatiemeer waar je roeibootjes kunt huren. Bovendien staat er een fraai tempeltje waarvanaf je met mooi weer een fraai uitzicht hebt op Montmartre en St Denis.

Ten slotte hebben ook deze twee arrondissementen nog een aantal bijna landelijke wijkjes, die gelukkig gespaard zijn gebleven voor de snel optrekkende nieuwbouwcomplexen in dit deel van de stad. Charonne en Ménilmontant zijn de twee aardigste buurtjes.

Reacties zijn gesloten.